Borsele, geraadpleegd op 13-11-2024
Elke wijk en buurt kent haar eigen unieke sociaaleconomische verbanden, sociaal kapitaal en betekenis voor een kansrijke toekomst. De betrokkenheid en verbondenheid van buurtbewoners geven een buurt vitaliteit en veerkracht. Met andere woorden: bewoners zijn hun buurt.
Deze verdiepende rapportage is een aanvulling op het Burgerpeiling rapport 'Waar staat Borsele', en geeft inzicht in de vitaliteit en veerkracht van doelgroepen in de gemeente Borsele. Het is een handreiking voor de gemeente en meer specifiek wijkregisseurs, wijkteams en andere professionals in de buurt om de samenredzaamheid en het welzijn op lokaal niveau te stimuleren.
In deze verdieping wordt allereerst inzicht geboden in de vitaliteit van de buurt, het individueel welzijn en de maatschappelijke participatie van inwoners. Vervolgens wordt dieper ingegaan op het welzijn en de weerbaarheid van doelgroepen in het gemeentelijk welzijnsbeleid. Ten slotte wordt een beeld gevormd van de waardering van de gemeentelijke dienstverlening en de -ondersteuning aan zelfredzame en minder-zelfredzame inwoners.
De gehanteerde begrippen en (samengestelde) indicatoren zijn gedefinieerd in de begrippenlijst.
Deze rapportage bestaat uit de volgende onderdelen:
Onderstaande balans geeft een integraal beeld van het individueel welzijn (linkerkant) en de vitaliteit van de buurt (rechterkant). De score 'vitaliteit' is een ongewogen gemiddelde van alle deelaspecten. De dimensies uit de balans worden nader belicht in het vervolg van deze rapportage
Een vitale en leefbare buurt staat voor een omgeving waarin mensen zich thuisvoelen, betrokken zijn bij elkaar, en voor elkaar klaar staan. Idealiter is het een veilige en verzorgde omgeving waarin mensen elkaar (willen) kennen, op elkaar letten en elkaar laagdrempelige hulp bieden waar nodig en mogelijk. Leefbaarheid heeft betrekking op de mate waarin de leefomgeving aansluit bij de eisen en wensen die er door de bewoners aan wordt gesteld. Dit komt tot uiting in hoeverre mensen het prettig vinden om in de buurt te wonen. Leefbaarheid is eerst en vooral een sociaal fenomeen. De fysieke ruimte vormt de context waarbinnen mensen met elkaar omgaan.
Een 'normaal' individueel welzijn betekent dat iemand nu en in de afzienbare toekomst vanuit zijn leefomgeving en lokale gemeenschap een leven kan leiden zoals hij zich dat wenst op het gebied van sociale relaties, werk, en verplaatsing. Voor veel mensen hangt het individueel welzijn samen met het vermogen deel te (blijven) nemen en bij te dragen aan het maatschappelijk leven. De aanname is dat participatie in betekenisvolle activiteiten en - contacten kan bijdragen aan het individueel welzijn van mensen en daarmee een middel is om een hogere kwaliteit van bestaan te realiseren. Individueel welzijn heeft te maken met een aantal zekerheden, met veelbetekenende sociale verbanden en netwerken, met gezondheidsbeleving, en met de directe leefomgeving. Individueel welzijn is een subjectieve maatstaf voor het zelfstandig functioneren (zelfredzaamheid) en voor de mogelijkheid om een bijdrage te leveren aan de lokale gemeenschap (samenredzaamheid).
Participatie, het meedoen en bijdragen aan de maatschappij, vertegenwoordigt voor een persoon allerlei positieve aspecten zoals zingeving, zelfontplooiing, verbondenheid en sociaal contact. Maar participatie heeft in veel gevallen ook expliciete maatschappelijke relevantie en -baten. In dit onderdeel ligt de focus op betekenisvolle participatie. Onder betekenisvolle participatie of maatschappelijke inzet verstaan we vormen van actieve participatie die van belang zijn voor het individu, én tot doel hebben anderen te helpen of bij te dragen aan de leefomgeving of maatschappij. Het gaat om de actieve deelname aan het verenigingsleven, de hulp aan buren, zorg voor hulpbehoevende naaste, sociale steun aan buurtgenoten, en inzet voor maatschappelijke doelen.
Een bredere participatie op terreinen die bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling, het welzijn van anderen of maatschappelijke doelen gaat samen met een hoger individueel welzijn en andersom. Uit onderzoek op basis van de Burgerpeiling van Waarstaatjegemeente.nl blijkt dat er een duidelijk verband bestaat tussen betekenisvolle participatie en individueel welzijn. Op basis van de score op de dimensies 'betekenisvolle participatie' en 'individueel welzijn' is een typologie opgesteld van de weerbaarheid van inwoners. Hierin zijn de volgende latente vitaliteitstypen te herleiden:
I.1 Weerbaren: De groep omvat autonome en zelfredzame personen die zich bovengemiddeld inspannen voor de leefomgeving, anderen en/of maatschappelijke doelen en een relatief hoge mate van individueel welzijn ervaren. Weerbaren wonen veelal in een buurt met een hoge sociale verbondenheid.
I.2 Buitenstaanders: De groep kent een smalle of eenzijdige inzet voor de maatschappij, maar ervaart een relatief hoog individueel welzijn. Onder de groep 'buitenstaanders' blijkt een groot verschil te bestaan tussen de daadwerkelijke inzet en de bereidheid om zich in te zetten voor onder meer de kwaliteit van de leefomgeving, burenhulp en vrijwilligerswerk. Buitenstaanders komen relatief vaker voor in buurten met een benedengemiddelde verbondenheid die voor wat betreft de ontwikkeling van de leefbaarheid stabiel zijn of een (licht) positieve ontwikkeling doormaken.
II.1 Compenseerders: Ondanks hun relatief laag individueel welzijn zijn 'compenseerders' in hoge mate actief ten behoeve van de maatschappij. De groep spant zich bovenmatig in en loopt daarmee een verhoogd risico overbelast te geraken. Compenseerders komen relatief vaak voor in buurten met een benedengemiddelde buurtverbondenheid en een negatieve ontwikkeling van de leefbaarheid (kwetsbare buurten).
II.2 Kwetsbaren: De groep kent een smalle of eenzijdige betekenisvolle participatie en relatief laag individueel welzijn
'Kwetsbaren' ervaren in relatief hoge mate belemmeringen om volwaardig te kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. Kwetsbaarheid wordt gezien als een voorstadium van maatschappelijke uitval en bepaald door
een samenloop of stappeling van factoren.
Kwetsbaren komen relatief vaker voor in buurten met een lage buurtverbondenheid, meer specifiek in buurten waarvan de leefbaarheid een negatieve ontwikkeling doormaakt (kwetsbare buurten).
De eerste twee groepen (I.1 en I.2) worden beschouwd als zelfredzamen, de laatste twee de minder-zelfredzamen (II.1 en II.2).
2,5% van de bevolking verkeert op basis van het individueel welzijn en de betekenisvolle maatschappelijke participatie in een zorgwekkende situatie. In de referentiegroep handelt het om 3,8%.
Individueel welzijn (+), Betekenisvolle participatie (+)
97% is gelukkig (referentiegroep: 98%)
Individueel welzijn (+), Betekenisvolle participatie (-)
95% is gelukkig (referentiegroep: 97%)
Individueel welzijn (-), Betekenisvolle participatie (+)
86% is gelukkig (referentiegroep: 86%)
Individueel welzijn (-), Betekenisvolle participatie (-)
79% is gelukkig (referentiegroep: 72%)
92% is gelukkig (referentiegroep: 90%)
93% is gelukkig (referentiegroep: 92%)
90% is gelukkig (referentiegroep: 93%)
91% is gelukkig (referentiegroep: 90%)
De Burgerpeiling in de gemeente Borsele is uitgevoerd in niet beschikbaar . inwoners van 18 jaar en ouder uit unieke huishoudens hebben de vragenlijst ingevuld en opgestuurd.
In deze benchmarkrapportage wordt de gemeente Borsele vergeleken met de deelnemende gemeenten in de referentieklassen 'niet stedelijk' en 'type E'. De gemeenten uit beide referentieklassen zijn gespecificeerd in het referentie-overzicht.
In de Burgerpeiling wordt een betrouwbaarheidsniveau van minimaal 95% en een foutenmarge van 5% als minimaal uitgangspunt gehanteerd om te komen tot valide en generaliseerbare uitspraken over alle inwoners van de gemeente. Daar waar uitsplitsingen naar levensfase aan de orde zijn ligt het betrouwbaarheidsniveau minimaal op 90%. Om te voorkomen dat selectiviteit optreedt in de onderzoeksresultaten is een statistische weegprocedure toegepast. De weging is zodanig uitgevoerd dat de verdeling naar leeftijd van de respondenten in de gewogen onderzoeksresultaten overeenkomt met de feitelijke leeftijdsverdeling in de gemeente Borsele.
Met het oog op de vergelijkbaarheid van de cijfers is het van belang dat de data van iedere deelnemende gemeente zoveel mogelijk op dezelfde wijze worden verzameld. De vastgestelde werkwijze waarop de onderzoeken dienen te worden uitgevoerd, staat beschreven in het 'Protocol Burgerpeiling'.
Een groot voordeel van de Burgerpeiling is de mogelijkheid voor gemeenten om op Waarstaatjegemeente.nl resultaten onderling te vergelijken en relaties te leggen met andere gegevens van gemeenten. Per thema zijn de subjectieve resultaten van de burgerpeiling naast objectieve gegevens (statistieken) van gemeenten gezet. Op basis van de analyses op Waarstaatjegemeente.nl kunnen gemeenten beleid onderbouwen, verder vormgeven of besluiten om dat aan te passen.